Fioretti College Veghel

4.3 Gelijkwaardige formules

Welkom
Paragraaf 4.3 Gelijkwaardige formules

Leg bladzijde 200 voor je open!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 4.3 Gelijkwaardige formules

Leg bladzijde 200 voor je open!

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je gisteren gegeten?

Slide 2 - Open vraag

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 3 - Tekstslide

Schuif de grafieken naar de juiste plek.
Welke grafieken is een horizontale grafiek
Welke grafieken zijn lineair?
Plaats hier de grafieken die je nergens kunt plaatsen
Welke grafieken zijn vloeiende krommen?

Slide 4 - Sleepvraag

Schuif de grafieken naar de juiste plek. 1 grafiek kan je niet plaatsen!
Welke grafieken stijgt steeds langzamer
Welke grafiek stijgt steeds sneller?
Welke grafiek is periodiek?
Welke grafiek daalt steeds langzamer?
Welke grafiek stijgt steeds met dezelfde snelheid?

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de formule naar de lijn die erbij hoort
y=x
y=getal
x=getal
y=-x

Slide 6 - Sleepvraag

Schuif de formules naar de juiste plek. 
Periodiek verband
Evenredig verband
Omgekeerd evenredig verband
Kwadratisch verband
Horizontale verband
Wortelverband
Lineair verband
Exponentieel verband
Machtsverband
Verticale verband

Slide 7 - Sleepvraag

Schuif de grafieken naar de juiste plek. 
Periodiek verband
Evenredig verband
Omgekeerd evenredig verband
Kwadratisch verband
Horizontale verband
Wortelverband
Lineair verband
Exponentieel verband
Machtsverband
Verticale verband

Slide 8 - Sleepvraag

Lesdoelen
  • Je leert wat gelijkwaardig formules zijn. 
  • Je leert hoe je gelijkwaardige formules te controleren door terug te rekenen. 
 

Slide 9 - Tekstslide

Uit hoeveel woorden bestaat het tweede lesdoel?
A
10
B
12
C
13
D
15

Slide 10 - Quizvraag

Uitleg theorie
Belangrijk! Leren met YouTube

  • Kijk naar de filmpjes van Math with Menno op YouTube voor uitleg.
  • Math with Menno legt moeilijke wiskundige concepten op een eenvoudige manier uit.
  • Wat moet je doen na het kijken van een filmpje?
  • Oefenen, oefenen, oefenen: Het is heel belangrijk dat je na het kijken van de filmpjes zelf aan de slag gaan met oefenopgaven.
  • Stel vragen: Als er iets niet duidelijk is, vraag dan hulp van je leraar of klasgenoten.
  • De filmpjes zijn een startpunt: Gebruik de filmpjes om te beginnen met leren, maar vertrouw niet alleen op de filmpjes. Het echte begrijpen komt van het zelf doen van de opgaven.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Slide 13 - Open vraag

Schrift
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).
Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload. 
(deze dia komt na het voorbeeld).

Slide 14 - Tekstslide


Neem het voorbeeld over in je schrift.
Foto hier uploaden.

Slide 15 - Open vraag

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 16 - Tekstslide

Zijn H=200/a en a = 200/H gelijkwaardig?
A
nee
B
ja
C
soms
D
kan niet

Slide 17 - Quizvraag

Welke formule's zijn gelijkwaardig aan de formule hiernaast
A
B
C
D

Slide 18 - Quizvraag

Hoe kom je er achter of 2 formules gelijkwaardig zijn?
A
Je kijkt of er dezelfde getallen in de formule staan. Als alle getallen hetzelfde zijn, dan zijn de formules gelijkwaardig.
B
Je zet alle variabelen links en de getallen rechts. Zijn de formules hetzelfde, dan zijn ze gelijkwaardig.
C
Je vult een getal bij de ene formule in. De uitkomst vul je bij de andere formule in. Als daar het originele getal als uitkomst komt, zijn de formules gelijkwaardig. Je controleert dit met 2 verschillende getallen.
D
Je deelt eerst alle getallen door 15. Daarna draai je de cijfers om. Je verwisselt de variabelen met elkaar. Als het antwoord 10 is, dan zijn de formules gelijkwaardig.

Slide 19 - Quizvraag

Welke formules zijn gelijkwaardig? Vul allebei de antwoorden in.
A
bedrag=5+0,5t
B
t=150,5bedrag
C
bedrag=0,5(t15)
D
t=0,5(bedrag5)

Slide 20 - Quizvraag

Welke formule is gelijkwaardig aan deze formule?
k=8003t
A
t=3(k800)
B
t=800k3
C
t=800(3k)
D
k=300t8

Slide 21 - Quizvraag

Zijn de formules gelijkwaardig?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Zijn de volgende formules gelijkwaardig?
bedrag=13+0,7a
a=0,7(bedrag2)
A
Ja
B
Nee
C
Dit weet ik niet
D
Dit kun je niet weten

Slide 23 - Quizvraag



Zijn deze twee formules gelijkwaardig?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk


Maak in deze les:

Opgave 41 t/m opgave 47

Bladzijde 200.


Ben je klaar?

Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!


Succes!


Slide 25 - Tekstslide

Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken. 
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen. 
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn. 
3. Verbeter je antwoorden.

Slide 26 - Tekstslide

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 27 - Open vraag

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 28 - Open vraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 29 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 30 - Open vraag

Lesafsluiting
  • Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

  • Klaar voor de quiz? 

Slide 31 - Tekstslide

Tot ziens iedereen

Slide 32 - Tekstslide